ECLI:NL:CRVB:2022:1721
Centrale Raad van Beroep
- Hoger beroep
- Rechtspraak.nl
Hoger beroep tegen niet-ontvankelijk verklaring van bezwaar inzake bijstandsverlaging
In deze zaak heeft de Centrale Raad van Beroep op 26 juli 2022 uitspraak gedaan in hoger beroep tegen de niet-ontvankelijk verklaring van het bezwaar van appellant tegen een besluit van het college van burgemeester en wethouders van Hellevoetsluis. Het college had op 28 juni 2019 besloten om de bijstand van appellant met 100% te verlagen voor de duur van twee maanden, omdat appellant niet aan zijn sollicitatieverplichtingen had voldaan. Appellant heeft op 7 augustus 2019 per e-mail gereageerd op een mededeling van het college, maar deze e-mail werd niet als bezwaarschrift erkend. Het college verklaarde het bezwaar van appellant op 10 februari 2020 niet-ontvankelijk, omdat het buiten de bezwaartermijn was ingediend. De rechtbank Rotterdam heeft het beroep tegen dit besluit ongegrond verklaard. In hoger beroep heeft appellant betoogd dat zijn e-mail als bezwaarschrift moet worden aangemerkt en dat er sprake is van een verschoonbare termijnoverschrijding. De Raad oordeelde dat de e-mail van appellant niet als bezwaarschrift kan worden aangemerkt, omdat deze geen formele bezwaren bevatte en appellant niet tijdig bezwaar heeft gemaakt na het ontvangen van de reactie van het college. De Raad bevestigde de uitspraak van de rechtbank en verklaarde het hoger beroep ongegrond.