ECLI:NL:CRVB:2022:1719

Centrale Raad van Beroep

Datum uitspraak
26 juli 2022
Publicatiedatum
8 augustus 2022
Zaaknummer
20/3065 PW
Instantie
Centrale Raad van Beroep
Type
Uitspraak
Procedures
  • Hoger beroep
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Afwijzing bijzondere bijstand voor opleidingskosten en Excel-cursus

In deze zaak heeft de Centrale Raad van Beroep op 26 juli 2022 uitspraak gedaan in hoger beroep tegen een eerdere uitspraak van de rechtbank Rotterdam. De appellant, die sinds 15 november 2010 bijstand ontvangt, had bijzondere bijstand aangevraagd voor de kosten van een Excel-cursus en een opleiding coördinator niveau 3. Het college van burgemeester en wethouders van Rotterdam heeft deze aanvragen afgewezen, omdat de kosten niet noodzakelijk zouden zijn. De Raad heeft vastgesteld dat er diverse mogelijkheden zijn om kosteloos een Excel-cursus te volgen en dat de appellant niet heeft aangetoond dat de opleiding coördinator niveau 3 noodzakelijk is voor het verkrijgen van een baan. De Raad heeft de argumenten van de appellant verworpen, waarbij werd benadrukt dat de wens om zich te ontwikkelen niet voldoende is om kosten als noodzakelijk te kwalificeren. De uitspraak van de rechtbank is bevestigd, en er is geen aanleiding voor een veroordeling in de proceskosten.

Uitspraak

20.3065 PW, 20/3066 PW

Datum uitspraak: 26 juli 2022
Centrale Raad van Beroep
Enkelvoudige kamer
Uitspraak op het hoger beroep tegen de uitspraak van de rechtbank Rotterdam van 28 juli 2020, 20/1421, 20/1899 (aangevallen uitspraak)
Partijen:
[appellant] te [woonplaats] (appellant)
het college van burgemeester en wethouders van Rotterdam (college)
PROCESVERLOOP
Namens appellant heeft mr. M. El Idrissi, advocaat, hoger beroep ingesteld.
Het college heeft een verweerschrift en op verzoek nadere stukken ingediend.
Het onderzoek ter zitting heeft plaatsgevonden op 14 juni 2022. Appellant is verschenen, bijgestaan door mr. A. El Idrissi, advocaat en kantoorgenoot van mr. El Idrissi. Het college heeft zich laten vertegenwoordigen door mr. J.M. Tang.

OVERWEGINGEN

1. De Raad gaat uit van de volgende in dit geding van belang zijnde feiten en omstandigheden.
1.1.
Appellant ontvangt vanaf 15 november 2010, met onderbrekingen, bijstand naar de norm voor een alleenstaande, laatstelijk ingevolge de Participatiewet (PW). Appellant is op 11 september 2019 voor bepaalde tijd in dienst getreden bij een beveiligingsbedrijf als Beveiliger A. Zijn arbeidsovereenkomst is op 15 oktober 2019 tijdens de proeftijd beëindigd.
1.2.
Appellant heeft op 21 oktober 2019 bijzondere bijstand tot een bedrag van € 731,95 aangevraagd voor de kosten van een opleiding havenbeveiliger van KUVA Beveiligingsopleidingen, een BHV-cursus en een Excel-cursus. Bij besluit van 23 oktober 2019 heeft het college deze aanvraag afgewezen.
1.3.
Op 18 november 2019 heeft appellant bijzondere bijstand tot een bedrag van € 3.535,- aangevraagd voor de kosten van een opleiding coördinator niveau 3 van KUVA Beveiligingsopleidingen. Bij besluit van 19 november 2019 heeft het college deze aanvraag afgewezen.
1.4.
Bij besluit van 30 november 2019 heeft het college op grond van de Participatieverordening Rotterdam 2015 aan appellant een bedrag van € 406,50 toegekend als ‘aanvullende trajectkosten’ voor de kosten van de opleiding havenbeveiliger en de BHV- cursus.
1.5.
Bij besluit van 6 februari 2020 (bestreden besluit 1) heeft het college het bezwaar tegen het besluit van 19 november 2019 ongegrond verklaard. Bij besluit van 28 februari 2020 (bestreden besluit 2) heeft het college de bezwaren tegen de besluiten van 23 oktober 2019 en 30 november 2019 gedeeltelijk gegrond verklaard vanwege de in 1.4 genoemde toekenning van ‘aanvullende trajectkosten’ voor de opleiding havenbeveiliger en de BHV-cursus. Het college heeft ook in bezwaar geweigerd bijzondere bijstand toe te kennen voor de kosten van de opleiding coördinator niveau 3 en de Excel-cursus, op de grond dat die kosten niet noodzakelijk zijn en appellant de Excel-cursus ook gratis had kunnen volgen.
2. Bij de aangevallen uitspraak heeft de rechtbank de beroepen tegen de bestreden besluiten 1 en 2 ongegrond verklaard.
3. In hoger beroep heeft appellant zich op de hierna te bespreken gronden tegen de aangevallen uitspraak gekeerd.
4. De Raad komt tot de volgende beoordeling.
4.1.
Bij de toepassing van artikel 35, eerste lid, van de PW dient eerst te worden beoordeeld of de kosten waarvoor bijzondere bijstand wordt gevraagd zich voordoen, vervolgens of die kosten in het individuele geval van de betrokkene noodzakelijk zijn en daarna of die kosten voortvloeien uit bijzondere omstandigheden. Ten slotte dient de vraag te worden beantwoord of de kosten kunnen worden voldaan uit de bijstandsnorm, de individuele inkomenstoeslag, de individuele studietoeslag, het vermogen en het inkomen voor zover dit meer bedraagt dan de bijstandsnorm.
4.2.
Tussen partijen is in geschil of het college zich terecht op het standpunt heeft gesteld dat de kosten voor de Excel-cursus en de opleiding coördinator niveau 3 geen noodzakelijke kosten zijn.
Excel-cursus
4.3.
Appellant heeft aangevoerd dat de kosten voor een Excel-cursus voor hem noodzakelijk zijn om werk te vinden en uit de bijstand te komen. Het college had daarom voor de kosten van die cursus bijzondere bijstand, als bedoeld in artikel 35 van de PW, moeten toekennen. Deze beroepsgrond slaagt niet.
4.3.1.
Niet in geschil is dat diverse mogelijkheden bestaan om kosteloos/gratis een Excel-cursus te volgen. De stelling van appellant dat na het afronden van een gratis cursus naar verwachting geen certificaat wordt afgegeven, heeft hij niet onderbouwd en ook niet op een andere manier aannemelijk gemaakt. Appellant heeft evenmin aannemelijk gemaakt dat hij voor het verkrijgen van een baan een dergelijk certificaat nodig heeft. Anders dan appellant heeft gesteld, heeft de in 1.1 genoemde werkgever zijn arbeidsovereenkomst niet beëindigd omdat appellant niet beschikte over een certificaat van een succesvol afgeronde Excel-cursus. In de brief van de werkgever van 15 oktober 2019 staat dat de arbeidsovereenkomst is beëindigd omdat appellant een aantal specifieke opleidingen, zoals BHV, EHBO, VCA niet succesvol heeft afgerond. Daaruit bleek dus geen noodzaak om kosten van een Excel-cursus te maken. Het college heeft de aanvraag om bijzondere bijstand voor deze kosten terecht afgewezen.
Opleiding coördinator niveau 3
4.4.
Appellant heeft aangevoerd dat de kosten voor de opleiding coördinator niveau 3 noodzakelijk zijn om zijn kansen op het vinden van een baan te vergroten. Gezien zijn leeftijd en omdat hij al lang niet meer heeft deelgenomen aan de arbeidsmarkt, is het onmogelijk om een baan als beveiliger te vinden. Als appellant de opleiding coördinator 3 volgt, zal de concurrentie minder zijn en zal hij sneller werk kunnen vinden. Deze beroepsgrond slaagt niet.
4.4.1.
Appellant heeft niet aannemelijk gemaakt dat gezien zijn kennis en werkervaring de opleiding coördinator niveau 3 noodzakelijk is om een baan te verkrijgen. Appellant heeft ter zitting bevestigd dat deze opleiding geen vereiste is voor het verkrijgen van een baan als beveiliger. Dat appellant deze opleiding voor zichzelf nuttig en nodig vindt, en dat het wellicht gemakkelijker is om na afronding van deze opleiding een baan te vinden of een baan op een hoger niveau, maakt nog niet dat sprake is van noodzakelijke kosten. De wens om zich te blijven ontwikkelen, hoe begrijpelijk ook, vormt namelijk geen grond om de aan de opleiding verbonden kosten als noodzakelijk aan te merken. Het college heeft de aanvraag om bijzondere bijstand voor deze opleidingskosten dan ook terecht afgewezen.
4.5.
Gelet op 4.3.1 tot en met 4.4.1 slaagt het hoger beroep niet. De aangevallen uitspraak moet worden bevestigd.
5. Voor een veroordeling in de proceskosten bestaat geen aanleiding.

BESLISSING

De Centrale Raad van Beroep bevestigt de aangevallen uitspraak.
Deze uitspraak is gedaan door W.R. van der Velde, in tegenwoordigheid van Y. Al-Qaq als griffier. De beslissing is uitgesproken in het openbaar op 26 juli 2022.
(getekend) W.R. van der Velde
De griffier is verhinderd te ondertekenen.