ECLI:NL:CRVB:2022:1607
Centrale Raad van Beroep
- Hoger beroep
- J. Brand
- R. van Doorn
- Rechtspraak.nl
Niet-ontvankelijkheid van hoger beroep wegens ontbreken procesbelang na overlijden appellant
In deze zaak heeft de Centrale Raad van Beroep op 14 juli 2022 uitspraak gedaan in hoger beroep tegen een eerdere uitspraak van de rechtbank Midden-Nederland. De appellant, die in leven laatstelijk woonde te [woonplaats], had hoger beroep ingesteld tegen de uitspraak van de rechtbank van 22 januari 2020. Echter, tijdens de procedure is de appellant overleden. De Raad heeft vastgesteld dat er geen erfgenamen of andere belanghebbenden zijn die het geding willen voortzetten. Ondanks een aankondiging in de Staatscourant op 4 mei 2022, heeft zich niemand gemeld om als partij aan het geding deel te nemen. Hierdoor is het processuele belang aan de beoordeling van het hoger beroep komen te ontvallen.
De Raad heeft geconcludeerd dat het hoger beroep en het beroep tegen de nieuwe beslissing op bezwaar van 25 juni 2020 niet-ontvankelijk moeten worden verklaard. Tevens is er geen aanleiding voor een veroordeling in de proceskosten, aangezien er geen partijen zijn verschenen die het geding willen voortzetten. De uitspraak is openbaar gedaan en ondertekend door de voorzitter J. Brand en griffier R. van Doorn.