ECLI:NL:CRVB:2022:1607

Centrale Raad van Beroep

Datum uitspraak
14 juli 2022
Publicatiedatum
19 juli 2022
Zaaknummer
20/753 AWBZ
Instantie
Centrale Raad van Beroep
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Bestuursrecht; Socialezekerheidsrecht
Procedures
  • Hoger beroep
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Niet-ontvankelijkheid van hoger beroep wegens ontbreken procesbelang na overlijden appellant

In deze zaak heeft de Centrale Raad van Beroep op 14 juli 2022 uitspraak gedaan in hoger beroep tegen een eerdere uitspraak van de rechtbank Midden-Nederland. De appellant, die in leven laatstelijk woonde te [woonplaats], had hoger beroep ingesteld tegen de uitspraak van de rechtbank van 22 januari 2020. Echter, tijdens de procedure is de appellant overleden. De Raad heeft vastgesteld dat er geen erfgenamen of andere belanghebbenden zijn die het geding willen voortzetten. Ondanks een aankondiging in de Staatscourant op 4 mei 2022, heeft zich niemand gemeld om als partij aan het geding deel te nemen. Hierdoor is het processuele belang aan de beoordeling van het hoger beroep komen te ontvallen.

De Raad heeft geconcludeerd dat het hoger beroep en het beroep tegen de nieuwe beslissing op bezwaar van 25 juni 2020 niet-ontvankelijk moeten worden verklaard. Tevens is er geen aanleiding voor een veroordeling in de proceskosten, aangezien er geen partijen zijn verschenen die het geding willen voortzetten. De uitspraak is openbaar gedaan en ondertekend door de voorzitter J. Brand en griffier R. van Doorn.

Uitspraak

20.753 AWBZ, 21/1149 AWBZ

Datum uitspraak: 14 juli 2022
Centrale Raad van Beroep
Enkelvoudige kamer
Uitspraak op het hoger beroep tegen de uitspraak van de rechtbank Midden-Nederland van 22 januari 2020, 17/5090 (aangevallen uitspraak)
Partijen:
[appellant] , in leven laatstelijk gewoond hebbende te [woonplaats] (appellant)
Zilveren Kruis Zorgkantoor N.V. als rechtsopvolger van Achmea Zorgkantoor N.V. (zorgkantoor)
PROCESVERLOOP
Namens appellant heeft drs. D.F.T. Holtkamp hoger beroep ingesteld tegen de aangevallen uitspraak en beroep ingesteld tegen de ter uitvoering van de aangevallen uitspraak genomen nieuwe beslissing op bezwaar van 25 juni 2020.
Het zorgkantoor heeft verweerschriften ingediend.
Appellant is overleden. De laatste correspondentie van de Raad aan Holtkamp is als onbestelbaar retour ontvangen. Op e-mails is niet gereageerd.
De Raad heeft, gelet op het bepaalde in artikel 8:26, tweede lid, van de Algemene wet bestuursrecht, in de Staatscourant van 4 mei 2022 aangekondigd dat het onderzoek ter zitting zal plaatsvinden op 30 juni 2022.
De zaak is ter behandeling aan de orde gesteld op de zitting van 30 juni 2022. Van de zijde van de erfgenamen is niemand verschenen. Het zorgkantoor heeft zich niet laten vertegenwoordigen.

OVERWEGINGEN

1. Appellant is overleden. Niet is gebleken van erfgenamen die appellant als partij in het onderhavige geding zijn opgevolgd en het geding zouden willen voortzetten. Ook na de aankondiging in de Staatscourant hebben zich geen belanghebbenden gemeld met het verzoek als partij aan het geding deel te mogen nemen. Uit het voorgaande volgt dat het processuele belang aan de beoordeling van het hoger beroep tegen de aangevallen uitspraak en het beroep tegen het besluit van 25 juni 2020 is komen te ontvallen. Het hoger beroep en het beroep zullen om die reden niet-ontvankelijk worden verklaard.
2. Voor een veroordeling in de proceskosten bestaat geen aanleiding.

BESLISSING

De Centrale Raad van Beroep
- verklaart het hoger beroep niet-ontvankelijk;
- verklaart het beroep tegen het besluit van 25 juni 2020 nietontvankelijk.
Deze uitspraak is gedaan door J. Brand, in tegenwoordigheid van R. van Doorn als griffier. De beslissing is uitgesproken in het openbaar op 14 juli 2022.
(getekend) J. Brand
(getekend) R. van Doorn