Uitspraak
20 2728 WMO15
PROCESVERLOOP
OVERWEGINGEN
(Wmo 2015) in de vorm van individuele begeleiding voor drie uur per week met ingang van 10 mei 2017.
Centrale Raad van Beroep
In deze zaak heeft appellante, geboren in 1972, op 26 mei 2017 een aanvraag ingediend voor een maatwerkvoorziening op grond van de Wet maatschappelijke ondersteuning 2015 (Wmo 2015) voor individuele begeleiding van drie uur per week, met ingang van 10 mei 2017. Het college van burgemeester en wethouders van Ede heeft deze aanvraag op 5 juli 2017 afgewezen, en dit besluit is na bezwaar gehandhaafd op 19 december 2017. De rechtbank Gelderland heeft in een eerdere uitspraak op 13 juli 2018 het beroep van appellante gegrond verklaard en het college opgedragen een nieuw besluit op bezwaar te nemen.
Het college heeft vervolgens op 15 februari 2019 het bezwaar van appellante ongegrond verklaard, met de stelling dat appellante met hulp van anderen en gebruik van algemene voorzieningen in staat is om passende hulp en ondersteuning te krijgen. De rechtbank heeft in de aangevallen uitspraak het beroep van appellante tegen dit besluit ongegrond verklaard, waarbij het college voldoende onderzoek heeft uitgevoerd en de stappen in het proces duidelijk heeft gevolgd.
Appellante heeft in hoger beroep aangevoerd dat het onderzoek niet zorgvuldig is uitgevoerd en dat er ontoelaatbare pressie is uitgeoefend. De Raad voor de Rechtspraak heeft echter geoordeeld dat appellante geen nieuwe gronden heeft aangevoerd die de eerdere uitspraak van de rechtbank zouden kunnen ondermijnen. De Raad onderschrijft de overwegingen van de rechtbank en bevestigt de aangevallen uitspraak, waarbij geen aanleiding is voor een veroordeling in de proceskosten.