Uitspraak
PROCESVERLOOP
OVERWEGINGEN
BESLISSING
- verklaart het verzet gegrond;
- veroordeelt het Uwv in de proceskosten van € 379,50.
Centrale Raad van Beroep
Op 23 juni 2022 heeft de Centrale Raad van Beroep uitspraak gedaan in een verzetprocedure. Het verzet was ingediend door de appellant, vertegenwoordigd door mr. M.A. van de Weerd, tegen een eerdere uitspraak van de Raad van 10 februari 2022, waarin het hoger beroep niet-ontvankelijk was verklaard omdat het griffierecht niet was betaald. In de verzetprocedure is gebleken dat het griffierecht wel tijdig was voldaan, maar dat het Landelijk Dienstencentrum Rechtspraak dit retour had gestort vanwege het ontbreken van een betalingskenmerk. Hierdoor werd het verzet gegrond verklaard, en de eerdere uitspraak van 10 februari 2022 verviel. De Raad besloot het onderzoek voort te zetten in de stand waarin het zich bevond en veroordeelde het Uitvoeringsinstituut werknemersverzekeringen (Uwv) in de proceskosten van de appellant, die werden begroot op € 379,50. De uitspraak werd gedaan door J.C. Boeree, in tegenwoordigheid van griffier K.R. van Renswoude, en werd openbaar uitgesproken op dezelfde datum.