ECLI:NL:CRVB:2022:1472
Centrale Raad van Beroep
- Verzet
- Rechtspraak.nl
Niet-ontvankelijkheid van verzet tegen niet-ontvankelijkverklaring hoger beroep in sociale zekerheidszaak
In deze zaak heeft de Centrale Raad van Beroep op 7 juli 2022 uitspraak gedaan over het verzet van appellante tegen de niet-ontvankelijkverklaring van haar hoger beroep. Het hoger beroep was eerder, op 10 februari 2022, niet-ontvankelijk verklaard omdat het te laat was ingediend. Appellante was het niet eens met deze beslissing en diende verzet in. Dit verzet werd behandeld op een zitting op 23 juni 2022, waarbij beide partijen niet aanwezig waren.
De Raad heeft vastgesteld dat het verzetschrift pas op 1 april 2022 per e-mail is ontvangen, terwijl de laatste dag om dit in te dienen 30 maart 2022 was. Hierdoor was het verzetschrift niet tijdig ingediend. De Raad heeft appellante gevraagd naar de reden van de termijnoverschrijding, maar ontving geen reactie. Dit leidde tot de conclusie dat het verzet niet-ontvankelijk verklaard moest worden.
De Centrale Raad van Beroep heeft in zijn beslissing geen aanleiding gezien om proceskosten aan appellante te vergoeden. De uitspraak is gedaan door J.C. Boeree, in tegenwoordigheid van griffier E.P.J.M. Claerhoudt, en is openbaar uitgesproken op 7 juli 2022.