ECLI:NL:CRVB:2022:140
Centrale Raad van Beroep
- Hoger beroep
- Rechtspraak.nl
Hoger beroep inzake bekendmaking van bestuursbesluit en procesrechtelijke termijnen
In deze zaak heeft de Centrale Raad van Beroep uitspraak gedaan in hoger beroep tegen een eerdere uitspraak van de rechtbank Noord-Holland. De appellant betoogde dat de rechtbank ten onrechte niet is uitgegaan van het moment waarop het besluit van 3 januari 2020 op de voorgeschreven wijze is bekendgemaakt. De appellant stelde dat de bekendmaking pas geldig was op het moment dat zijn gemachtigde op de hoogte was van het besluit. De Raad heeft in eerdere rechtspraak, onder andere in de uitspraak van 10 december 2019, ECLI:NL:CRVB:2019:4002, uiteengezet dat als een bestuursorgaan weet heeft van een gemachtigde, de toezending van een besluit aan de belanghebbende alleen niet voldoende is voor een geldige bekendmaking. Dit betekent dat de bezwaar- of beroepstermijn in dergelijke gevallen niet begint te lopen als de bekendmaking niet correct heeft plaatsgevonden.
De Raad heeft in deze zaak geen aanleiding gezien om af te wijken van de eerder genoemde rechtspraak. De argumenten van de appellant werden niet geaccepteerd, en de Raad concludeerde dat het college van burgemeester en wethouders van Haarlem tijdig op de aanvraag had beslist, ondanks de onjuiste bekendmaking. De uitspraak van de rechtbank werd bevestigd, en er werd geen veroordeling in de proceskosten uitgesproken. De beslissing werd openbaar uitgesproken en is gebaseerd op de overwegingen die in het proces-verbaal zijn vastgelegd.