ECLI:NL:CRVB:2022:1350
Centrale Raad van Beroep
- Hoger beroep
- Rechtspraak.nl
Verlaging van bijstand wegens niet verschijnen op gesprek over arbeidsmogelijkheden
In deze zaak gaat het om een hoger beroep van appellant tegen de uitspraak van de rechtbank Rotterdam, waarin de rechtbank het beroep tegen een besluit van het college van burgemeester en wethouders van Rotterdam ongegrond heeft verklaard. Appellant ontving bijstand op basis van de Participatiewet (PW) en had arbeidsverplichtingen. Het college nodigde appellant uit voor een gesprek over zijn traject naar werk, maar appellant is niet verschenen. Het college verlaagde daarop de bijstand met 30% voor de duur van een maand. Appellant ontkent de ontvangst van de uitnodiging, maar het Track & Trace bericht van PostNL toont aan dat de brief op regelmatige wijze is aangeboden en dat appellant had kunnen kennisnemen van de uitnodiging. De rechtbank oordeelde dat appellant niet aannemelijk heeft gemaakt dat de brief niet op zijn adres is aangeboden en dat hij te verwijten valt dat hij niet op het gesprek is verschenen. In hoger beroep herhaalt appellant zijn argumenten, maar de Centrale Raad van Beroep bevestigt de uitspraak van de rechtbank. De Raad oordeelt dat de gronden van appellant in hoger beroep niet slagen en dat de rechtbank gemotiveerd op deze gronden is ingegaan. De uitspraak van de Centrale Raad van Beroep is gedaan op 21 juni 2022.