A) het niet op juiste wijze reageren, overeenkomstig de gedragscode, naar aanleiding waarvan twijfels ontstaan over de integriteit van de coördinator;
B) het eigenstandig, met enkele collega’s, bepalen of en hoe de ontstane twijfels over de integriteit van de coördinator te onderzoeken;
C) betrokkene heeft in ieder geval één keer op 25 september 2019 met een collega meegekeken in de GBA-V naar de gegevens van de coördinator en enkele van haar familieleden. Dit betreft tevens het meekijken naar persoonsgegevens van twee familieleden die in de BRP geheimhouding van zijn/haar persoonsgegevens geregistreerd hebben staan;
D) betrokkene heeft hiervan niet alsnog zo snel mogelijk melding gemaakt;
E) betrokkene heeft niet direct op/na de momenten dat zij is geïnformeerd door collega’s dat zij niet-functioneel de GBA-V hadden geraadpleegd en/of de geraadpleegde informatie hadden gedeeld melding gemaakt hiervan. Op 22 oktober 2019 heeft betrokkene geweigerd om hierover openheid van zaken te geven;
F) betrokkene heeft de aan haar collega’s gegeven dienstopdracht om het op 17 oktober 2019 besprokene geheim te houden en ook niet te bespreken met andere collega’s niet gerespecteerd;
G) betrokkene heeft de op 18 oktober 2019 gegeven dienstopdracht om te verschijnen op het gesprek van 21 oktober 2019 genegeerd;
H) het op 22 oktober 2019 weigeren volledige openheid van zaken te geven over de relevante feiten en de ontstane twijfels in verband met het niet-functioneel raadplegen en/of meekijken in de GBA-V;
I) aangenomen wordt dat betrokkene vanaf/na 22 oktober 2019 met haar collega’s heeft gesproken over het gesprek op 22 oktober 2019 en daarmee heeft betrokkene de aan haar gegeven dienstopdracht niet naar behoren opgevolgd.