Uitspraak
20 1570 WIA
PROCESVERLOOP
OVERWEGINGEN
Broeke-Spieker en van 20 juni 2019 van een arbeidsdeskundige bezwaar en beroep ten grondslag. De verzekeringsarts bezwaar en beroep heeft geen aanleiding gezien om de door de arts Adhin genoemde aanvullende beperkingen over te nemen. Wel heeft de verzekeringsarts bezwaar en beroep in verband met de gebruikte medicatie aanleiding gezien appellant in een FML van 7 juni 2019 aanvullend beperkt te achten ten aanzien van werk met een verhoogd persoonlijk risico (item 1.9.9.). Rekening houdend met deze FML heeft een arbeidsdeskundige bezwaar en beroep op basis van de geselecteerde functies van administratief medewerker (documenten scannen) (SBC-code 315133), medewerker bibliotheek (SBC-code 315131) en medewerker intern transport (SBC-code 111222) de mate van arbeidsongeschiktheid van appellant berekend op 8,76%. De mate van arbeidsongeschiktheid blijft onveranderd minder dan 35%.
24 oktober 2019, geldig vanaf 24 oktober 2017. Voor het overige heeft de verzekeringsarts bezwaar en beroep geen aanleiding gezien om aanvullende beperkingen aan te nemen. De arbeidsdeskundige bezwaar en beroep heeft in een aanvullend rapport van 6 november 2019 geconcludeerd dat de in bezwaar geselecteerde functies onveranderd passend blijven en dat de in bezwaar vastgestelde mate van arbeidsongeschiktheid niet wijzigt.
24 oktober 2019 en in staat geacht de geselecteerde functies te vervullen.
knielen /hurken. Uit de voorhanden medische gegevens blijkt niet dat er medische argumenten zijn om meer beperkingen aan te nemen. Het vorenstaande betekent dat er geen grond bestaat voor twijfel aan de medische beoordeling door de verzekeringsartsen. Het verzoek van appellant om een deskundige te benoemen wordt daarom afgewezen.