ECLI:NL:CRVB:2022:1213
Centrale Raad van Beroep
- Hoger beroep
- Rechtspraak.nl
Afwijzing aanvraag bijzondere bijstand voor schuld aan Stichting
In deze zaak heeft de Centrale Raad van Beroep op 17 mei 2022 uitspraak gedaan in hoger beroep tegen de afwijzing van een aanvraag om bijzondere bijstand voor een schuld aan de Stichting [Naam stichting]. Dit was de tweede aanvraag van appellant voor dezelfde schuld, waarbij de eerste aanvraag ook was afgewezen. De Raad bevestigde de eerdere uitspraak van de rechtbank Roermond van 16 november 2020, waarin werd geoordeeld dat de afwijzing van de aanvraag terecht was. Appellant had aangevoerd dat de afwijzing onterecht was, maar de Raad oordeelde dat de argumenten van appellant niet voldoende waren om de afwijzing te weerleggen. De Raad stelde vast dat het bestreden besluit bevoegd was genomen en dat de rechtbank geen proces-verbaal hoefde op te stellen, aangezien de griffier aantekeningen had gemaakt van de zitting. De Raad benadrukte dat de besluiten door bevoegde personen waren ondertekend en dat appellant niet had aangetoond dat de rechter partijdig was. De Raad concludeerde dat er geen aanleiding was voor een proceskostenveroordeling of schadevergoeding, en bevestigde de afwijzing van de aanvraag om bijzondere bijstand.