ECLI:NL:CRVB:2022:1210
Centrale Raad van Beroep
- Hoger beroep
- Rechtspraak.nl
Weigering kinderbijslag op basis van onderhoudseis voor kinderen in Marokko
In deze zaak heeft de Centrale Raad van Beroep op 25 mei 2022 uitspraak gedaan in hoger beroep over de weigering van de Sociale Verzekeringsbank (Svb) om kinderbijslag toe te kennen aan een appellant wiens kinderen in Marokko wonen. De appellant had kinderbijslag aangevraagd op basis van de Algemene Kinderbijslagwet (AKW) voor zijn kinderen, maar de Svb weigerde dit omdat de appellant niet voldeed aan de minimale onderhoudseis. De Raad oordeelde dat de wetgever met de invoering van het woonlandbeginsel de hoogte van de uitkering heeft willen afstemmen op het kostenniveau van het land waar de kinderen wonen, zonder de voorwaarden voor het verkrijgen van kinderbijslag te wijzigen. De Raad concludeerde dat de Svb terecht het woonlandbeginsel niet toepaste op de onderhoudsbijdrage voor de kinderen van de appellant in Marokko. De Raad oordeelde dat er geen sprake was van een schending van de discriminatieverboden, omdat niet kon worden vastgesteld dat verzekerden met kinderen in Marokko in een materieel ongunstiger situatie verkeerden dan verzekerden met kinderen in Nederland. De Raad bevestigde de uitspraak van de rechtbank Amsterdam, die het beroep van de appellant ongegrond had verklaard.