Uitspraak
PROCESVERLOOP
OVERWEGINGEN
6 januari 2021. Appellant heeft op 22 mei 2021 digitaal hoger beroep ingesteld.
Centrale Raad van Beroep
In deze zaak heeft de Centrale Raad van Beroep op 20 mei 2022 uitspraak gedaan over het verzet van appellant tegen de niet-ontvankelijk verklaring van zijn hoger beroep. Appellant had te laat hoger beroep ingesteld tegen een uitspraak van de rechtbank Den Bosch van 19 november 2020. De Raad oordeelt dat de termijnoverschrijding niet verschoonbaar is. De rechtbank had de uitspraak op 25 november 2020 aangetekend verzonden aan de voormalig gemachtigde van appellant. Appellant had ervoor gekozen zijn belangen door deze gemachtigde te laten behartigen. Het feit dat de gemachtigde appellant niet op de hoogte heeft gesteld van de uitspraak en de aangevallen uitspraak niet tijdig heeft doorgezonden, wordt door de Raad niet als reden voor verschoonbaarheid van de termijnoverschrijding geaccepteerd. De Raad benadrukt dat het handelen van de voormalig gemachtigde voor rekening en risico van appellant komt. Appellant was op de hoogte van de procedure en was zelf aanwezig op de zitting, waardoor hij wist dat hij een uitspraak kon verwachten. De Raad verklaart het verzet ongegrond en er is geen aanleiding voor een proceskostenveroordeling.