In deze zaak heeft de Centrale Raad van Beroep op 17 mei 2022 uitspraak gedaan in hoger beroep tegen een eerdere uitspraak van de rechtbank Gelderland. De appellant, die bijstand ontving op basis van de Participatiewet, had een hennepkwekerij in zijn woning geëxploiteerd zonder dit te melden aan het college van burgemeester en wethouders van Arnhem. De rechtbank had eerder geoordeeld dat de intrekking van de bijstand en de terugvordering van de bijstandsuitkeringen terecht waren, omdat de appellant zijn inlichtingenverplichting had geschonden. De Raad bevestigde deze bevindingen, maar matigde de opgelegde boete van € 1.230,- naar € 655,03, rekening houdend met de verhoogde beslagvrije voet. De Raad oordeelde dat de appellant niet aannemelijk had gemaakt dat hij de hennep uitsluitend voor eigen gebruik had gekweekt, gezien het aantal van 63 hennepplanten. De Raad vernietigde de eerdere uitspraak voor zover het de hoogte van de boete betrof en herstelde deze naar het nieuwe bedrag. Tevens werd het college veroordeeld tot vergoeding van de proceskosten van de appellant, die in totaal € 2.277,- bedroegen.