Uitspraak
19.4351 PW
OVERWEGINGEN
BESLISSING
- bevestigt de aangevallen uitspraak;
- wijst het verzoek om veroordeling tot vergoeding van schade af.
Centrale Raad van Beroep
In deze zaak heeft de Centrale Raad van Beroep op 4 januari 2022 uitspraak gedaan in hoger beroep tegen een eerdere uitspraak van de rechtbank Rotterdam. De appellant, die sinds 26 januari 2012 bijstand ontvangt op basis van de Participatiewet, heeft in het kader van een onderzoek naar de rechtmatigheid van zijn bijstandsverlening, niet gemeld dat er stortingen en bijschrijvingen op zijn bankrekening hebben plaatsgevonden. Het college van burgemeester en wethouders van Rotterdam heeft deze stortingen als inkomen aangemerkt en de bijstand herzien, alsook een terugvordering van € 5.171,84 opgelegd. Daarnaast is er een boete van € 1.780,- opgelegd wegens het schenden van de inlichtingenverplichting. De Raad heeft vastgesteld dat de appellant zijn inlichtingenverplichting heeft geschonden en dat de college terecht de bijstand heeft herzien en de boete heeft opgelegd. De Raad heeft geoordeeld dat de appellant niet aannemelijk heeft gemaakt dat de stortingen als leningen of giften moeten worden aangemerkt. De Raad heeft de aangevallen uitspraak bevestigd en het verzoek om schadevergoeding afgewezen. De uitspraak benadrukt de verplichting van bijstandontvangers om alle relevante financiële informatie tijdig te melden aan de bijstandsverlenende instantie.