Uitspraak
1.1. Het Uwv heeft in het kader van een eerstejaars Ziektewet-beoordeling (EZWb) bij besluit van 14 april 2020 de ZW-uitkering van appellant met ingang van 24 mei 2020 beëindigd, omdat hij per 23 april 2020 meer dan 65% kon verdienen van het loon dat hij verdiende voordat hij ziek werd. Hieraan is ten grondslag gelegd dat appellant, uitgaande van de in de Functionele Mogelijkhedenlijst (FML) van 2 april 2020 vastgestelde beperkingen, in staat is de functies parkeercontroleur , verkoper detailhandel en parking host te verrichten. Het bezwaar van appellant tegen voornoemd besluit heeft het Uwv bij besluit van 8 januari 2021 (bestreden besluit I) ongegrond verklaard.
21.3789
Door het Uwv is onderkend dat appellant per 15 september 2020 meer klachten en beperkingen heeft ontwikkeld. Echter, is uitgebreid en overtuigend gemotiveerd dat deze binnen de bandbreedte van de belasting van de functie van parkeercontroleur vallen. De rechtbank heeft met juistheid geconcludeerd dat appellant, ondanks de toegenomen beperkingen, terecht onverminderd in staat is geacht deze functie, die als zijn arbeid wordt beschouwd, te verrichten. Appellant heeft niet onderbouwd waarom hij dat, in afwachting van de operatie, niet kan doen.