ECLI:NL:CRVB:2022:1039
Centrale Raad van Beroep
- Hoger beroep
- Rechtspraak.nl
Beoordeling van invaliditeitspercentage van een militair met PTSS na uitzendingen
In deze zaak heeft de Centrale Raad van Beroep op 28 april 2022 uitspraak gedaan in hoger beroep over de vaststelling van het invaliditeitspercentage van appellant, een voormalig militair. Appellant had verzocht om toekenning van een militair invaliditeitspensioen, na een medisch onderzoek door verzekeringsarts R. Bhaggoe. De staatssecretaris van Defensie had in eerste instantie een invaliditeitspercentage van 10,83% toegekend, maar na bezwaar werd dit percentage verhoogd naar 13,33%. Appellant was het niet eens met deze beoordeling en stelde dat de door hem meegemaakte gebeurtenissen tijdens zijn uitzendingen als traumatische ervaringen van het type T2 moesten worden aangemerkt, wat zou leiden tot een oorzakelijk dienstverband.
De Raad oordeelde dat de staatssecretaris de gebeurtenissen terecht als type T1 trauma's had gekwalificeerd. Appellant had meerdere schokkende ervaringen meegemaakt, maar deze voldeden niet aan de criteria voor type T2 trauma's. De Raad volgde ook de argumentatie van de verzekeringsarts Levy, die stelde dat er onvoldoende bewijs was voor een oorzakelijk verband tussen de PTSS en het dienstverband. De Raad bevestigde de scores op verschillende subrubrieken van de beoordeling van de beperkingen van appellant, waarbij werd vastgesteld dat appellant in zijn dagelijkse leven planmatig te werk ging en in staat was tot het voeren van een eigen huishouding.
De uitspraak van de rechtbank Den Haag, die het beroep van appellant ongegrond had verklaard, werd bevestigd. De Raad concludeerde dat er geen aanleiding was voor een veroordeling in de proceskosten.