ECLI:NL:CRVB:2021:926
Centrale Raad van Beroep
- Herziening
- Rechtspraak.nl
Afwijzing verzoek om herziening van een eerdere uitspraak inzake Ziektewet en arbeidsongeschiktheid
In deze zaak heeft de Centrale Raad van Beroep op 21 april 2021 uitspraak gedaan op het verzoek om herziening van een eerdere uitspraak van de Raad van 27 juni 2018. Verzoeker had zijn verzoek om herziening gebaseerd op de stelling dat de eerdere uitspraak was gedaan op basis van onjuiste informatie. Hij stelde dat zijn huisarts hem in april 2014 niet alleen een klachtenlijst had meegegeven, maar ook had gediagnosticeerd met overspannenheid/burn-out. Verzoeker voerde aan dat zijn burn-out een beroepsziekte is en dat zijn klachten medisch objectiveerbaar zijn. Hij betoogde dat hij ten onrechte arbeidsgeschikt was geacht voor zijn functie als online marketeer.
De Raad overwoog dat verzoeker geen nieuwe feiten of omstandigheden had aangevoerd die niet eerder bekend waren en die tot een andere uitspraak zouden hebben geleid. De Raad benadrukte dat het rechtsmiddel van herziening niet bedoeld is voor een hernieuwde discussie over de zaak of de juistheid van de eerdere uitspraak. De Raad concludeerde dat het verzoek om herziening moest worden afgewezen, omdat verzoeker in zijn eerdere bezwaar al had aangegeven dat hij door een burn-out en longontsteking was overbelast. De uitspraak van de Raad van 27 juni 2018, die de beëindiging van de Ziektewet-uitkering door het Uwv bevestigde, bleef daarmee in stand.
De beslissing werd genomen door S. Wijna, met L. Winters als griffier, en werd openbaar uitgesproken op dezelfde datum.