ECLI:NL:CRVB:2021:918

Centrale Raad van Beroep

Datum uitspraak
23 april 2021
Publicatiedatum
23 april 2021
Zaaknummer
20/3951 AOW
Instantie
Centrale Raad van Beroep
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Bestuursrecht; Socialezekerheidsrecht
Procedures
  • Hoger beroep
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Niet-ontvankelijk verklaring hoger beroep wegens te late indiening beroepschrift

In deze zaak heeft appellante hoger beroep ingesteld tegen een uitspraak van de rechtbank Amsterdam van 18 mei 2020. De Centrale Raad van Beroep heeft op 23 april 2021 geoordeeld dat het hoger beroep niet-ontvankelijk is verklaard. De termijn voor het indienen van een beroepschrift bedraagt zes weken, welke termijn ingaat op de dag na de bekendmaking van de uitspraak aan de partijen. In dit geval is het beroepschrift op 20 november 2020 ontvangen, maar het was pas op 4 november 2020 ter post bezorgd, wat betekent dat het niet tijdig is ingediend. De Raad heeft vastgesteld dat appellante niet heeft gereageerd op een verzoek om uitleg over de termijnoverschrijding. Hierdoor kon de Raad niet concluderen dat er sprake was van een verzuim van de indiener. De uitspraak is gedaan door D.S. de Vries, met K.R. van Renswoude als griffier. De beslissing is openbaar uitgesproken op 23 april 2021.

Uitspraak

Datum uitspraak: 23 april 2021
20/3951 AOW
Centrale Raad van Beroep
Enkelvoudige kamer
Uitspraak als bedoeld in de artikelen 8:54 en 8:108 van de Algemene wet bestuursrecht in verband met het hoger beroep tegen de uitspraak van de rechtbank Amsterdam van
18 mei 2020, 19/6893
Partijen:
[Appellante] te [woonplaats], Marokko (appellante)
de Raad van bestuur van de Sociale verzekeringsbank

PROCESVERLOOP

Appellante heeft hoger beroep ingesteld.

OVERWEGINGEN

Ingevolge artikel 6:24 van de Algemene wet bestuursrecht (Awb) in samenhang met de artikelen 6:7, 6:8, 6:9 en 6:11 van die wet geldt het volgende.
De termijn voor het indienen van een beroepschrift bedraagt zes weken. Deze termijn gaat in met ingang van de dag na die waarop de aangevallen uitspraak door middel van de toezending van een afschrift aan partijen is bekendgemaakt.
Een beroepschrift is tijdig ingediend indien het voor het einde van de termijn is ontvangen. Bij verzending per post is een beroepschrift tijdig ingediend indien het voor het einde van de termijn ter post is bezorgd, mits het niet later dan een week na afloop van de termijn is ontvangen.
De uitspraak waartegen hoger beroep is ingesteld is op 18 mei 2020 in afschrift aan partijen toegezonden.
Het beroepschrift is op 20 november 2020 ontvangen. Het is, gezien de poststempel op de enveloppe, op 4 november 2020 ter post bezorgd.
Op grond hiervan moet worden geoordeeld dat het beroepschrift niet tijdig is ingediend.
Ten aanzien van een na afloop van de beroepstermijn ingediend beroepschrift blijft niet-ontvankelijkverklaring op grond daarvan achterwege indien redelijkerwijs niet kan worden geoordeeld dat de indiener in verzuim is geweest.
Bij brief van 3 februari 2021 is aan appellante gevraagd naar de reden van de termijnoverschrijding.
Appellante heeft daarop niet gereageerd.
Het hoger beroep is kennelijk niet-ontvankelijk, zodat zonder verder onderzoek kan worden beslist.
Voor een proceskostenveroordeling is geen aanleiding.

BESLISSING

De Centrale Raad van Beroep verklaart het hoger beroep niet-ontvankelijk.
Deze uitspraak is gedaan door D.S. de Vries, in tegenwoordigheid van K.R. van Renswoude als griffier. De beslissing is uitgesproken in het openbaar op 23 april 2021.
(getekend) D.S. de Vries
(getekend) K.R. van Renswoude
Tegen deze uitspraak kunnen een belanghebbende en het bestuursorgaan binnen zes weken na de verzending van het afschrift van deze uitspraak schriftelijk verzet doen bij de Centrale Raad van Beroep, Postbus 16002, 3500 DA UTRECHT. De indiener van het verzetschrift kan daarbij vragen in de gelegenheid te worden gesteld te worden gehoord.
ew