ECLI:NL:CRVB:2021:88
Centrale Raad van Beroep
- Hoger beroep
- Rechtspraak.nl
Hoger beroep inzake maatwerkvoorziening hulp bij het huishouden en beoordeling van medische situatie
In deze zaak gaat het om een hoger beroep van appellante tegen de uitspraak van de rechtbank Oost-Brabant, die op 23 mei 2019 het beroep tegen het besluit van het college van burgemeester en wethouders van Geldrop-Mierlo ongegrond heeft verklaard. Appellante, die lijdt aan lichamelijke beperkingen waaronder een incomplete dwarslaesie, heeft een maatwerkvoorziening voor hulp bij het huishouden aangevraagd. Het college heeft haar een maatwerkvoorziening van vier uur per week toegekend, wat appellante niet voldoende achtte. Ze stelde dat het college onvoldoende rekening heeft gehouden met haar medische situatie en dat er meer uren toegekend hadden moeten worden voor haar hulpbehoefte.
De Centrale Raad van Beroep heeft de feiten en omstandigheden van de zaak in overweging genomen. De Raad oordeelt dat het college voldoende rekening heeft gehouden met de situatie van appellante en dat de beslissing om geen nader medisch onderzoek te laten uitvoeren gerechtvaardigd was. De Raad bevestigt dat de rechtbank de beroepsgronden van appellante afdoende heeft besproken en gemotiveerd waarom deze niet leiden tot een vernietiging van het bestreden besluit. De Raad concludeert dat er geen aanleiding is om een deskundige te benoemen en dat het hoger beroep van appellante niet slaagt. De uitspraak van de rechtbank wordt bevestigd.