ECLI:NL:CRVB:2021:855
Centrale Raad van Beroep
- Verzet
- Rechtspraak.nl
Verzet ongegrond in sociale zekerheidszaak met betrekking tot termijnoverschrijding
In deze zaak heeft de Centrale Raad van Beroep op 16 april 2021 uitspraak gedaan in het verzet van appellant tegen een eerdere uitspraak van 18 november 2020, waarin het hoger beroep niet-ontvankelijk was verklaard. Appellant, woonachtig in Slowakije, had zijn hoger beroep niet tijdig ingediend en stelde dat gezondheidsproblemen en het gebruik van zware medicijnen hem belemmerden om de post tijdig op te merken. Tijdens de zitting op 5 maart 2021, die via videobellen plaatsvond, was appellant vertegenwoordigd door zijn gemachtigde S. Gabor en een beëdigd tolk, drs. Z. Terrichova.
De Raad heeft vastgesteld dat er geen feiten of omstandigheden zijn gepresenteerd die zouden kunnen leiden tot de conclusie dat appellant niet in verzuim is geweest. De Raad oordeelde dat, hoewel de medische situatie van appellant het moeilijker maakt om zijn zaken te regelen, het niet onmogelijk is om hulp van anderen in te schakelen. Daarom werd geconcludeerd dat de termijnoverschrijding niet verschoonbaar was en dat het verzet ongegrond werd verklaard. De Raad heeft geen aanleiding gezien voor een proceskostenveroordeling in deze zaak.
De uitspraak benadrukt het belang van tijdige indiening van hoger beroep en de verantwoordelijkheid van de appellant om zijn rechtszaken te beheren, zelfs in het licht van persoonlijke omstandigheden.