Uitspraak
19 4980 WIA
PROCESVERLOOP
OVERWEGINGEN
.
Centrale Raad van Beroep
In deze zaak heeft de Centrale Raad van Beroep op 8 april 2021 uitspraak gedaan in hoger beroep over de weigering van het Uwv om appellant een WIA-uitkering toe te kennen. Appellant, die sinds 1 december 2009 werkzaam is als GIS-specialist, heeft zich in 2012 ziekgemeld na een auto-ongeluk. Het Uwv heeft in eerdere beoordelingen vastgesteld dat appellant met ingang van 4 februari 2015 in staat was zijn eigen werk te verrichten, en heeft hem geen WIA-uitkering toegekend omdat hij minder dan 35% arbeidsongeschikt werd geacht. Appellant heeft in hoger beroep aangevoerd dat zijn beperkingen zijn onderschat en dat onvoldoende rekening is gehouden met de informatie van zijn behandelaars, waaronder een rapport van psychiater M. Kazemier. De Raad heeft de overwegingen van de rechtbank volledig onderschreven en geconcludeerd dat er geen aanknopingspunten zijn voor een andersluidend oordeel. De verzekeringsarts bezwaar en beroep heeft adequaat gemotiveerd waarom het rapport van psychiater Kazemier geen aanleiding gaf om het eerder ingenomen standpunt te wijzigen. De Raad heeft vastgesteld dat appellant terecht in staat werd geacht zijn eigen werk te verrichten en dat het hoger beroep niet slaagde. De aangevallen uitspraak is bevestigd.