ECLI:NL:CRVB:2021:65
Centrale Raad van Beroep
- Hoger beroep
- J.P.M. Zeijen
- J.M. Labage
- Rechtspraak.nl
Hoger beroep niet-ontvankelijk wegens termijnoverschrijding in Wajong-zaak
In deze zaak heeft de Centrale Raad van Beroep op 13 januari 2021 uitspraak gedaan in het hoger beroep van appellante tegen de Raad van bestuur van het Uitvoeringsinstituut werknemersverzekeringen (Uwv). De zaak betreft een Wajong-uitkering en de ontvankelijkheid van het hoger beroep. De rechtbank Rotterdam had eerder op 21 oktober 2020 een uitspraak gedaan, waartegen appellante in hoger beroep ging. De gemachtigde van appellante, Mr. M. Gümüs, heeft het hoger beroep ingesteld, maar het beroepschrift werd pas op 15 december 2020 ontvangen, terwijl de termijn voor het indienen van het beroepschrift op 21 oktober 2020 begon. De Centrale Raad oordeelde dat het beroepschrift niet tijdig was ingediend, omdat het niet voor het einde van de termijn was ontvangen. De gemachtigde voerde aan dat hij in het buitenland verbleef en een collega had gevraagd om het beroepschrift in te dienen, maar de Raad oordeelde dat er geen reden was om aan te nemen dat appellante niet in verzuim was geweest. De Centrale Raad verklaarde het hoger beroep kennelijk niet-ontvankelijk, zonder verder onderzoek. Er was geen aanleiding voor een proceskostenveroordeling. De uitspraak werd openbaar gedaan en belanghebbenden kunnen binnen zes weken verzet aantekenen tegen deze uitspraak.