ECLI:NL:CRVB:2021:3350
Centrale Raad van Beroep
- Hoger beroep
- Rechtspraak.nl
Verzet gegrond verklaard in hoger beroep inzake griffierecht bij de Centrale Raad van Beroep
In deze zaak heeft de Centrale Raad van Beroep op 24 december 2021 uitspraak gedaan in het verzet van appellante tegen de niet-ontvankelijkverklaring van haar hoger beroep. Het hoger beroep was eerder niet-ontvankelijk verklaard omdat het griffierecht niet was voldaan. De gemachtigde van appellante heeft hiertegen verzet aangetekend, wat heeft geleid tot een zitting op 12 november 2021. Tijdens deze zitting was de gemachtigde van appellante telefonisch aanwezig, terwijl de wederpartij, Stichting Zorgkantoor Menzis, niet verschenen was.
De Raad heeft vastgesteld dat het griffierecht inmiddels wel is voldaan, wat betekent dat de eerdere niet-ontvankelijkverklaring onterecht was. Hierdoor heeft de Raad het verzet gegrond verklaard. De uitspraak van 29 juli 2021, waarin het hoger beroep niet-ontvankelijk werd verklaard, vervalt. Het onderzoek naar de zaak zal worden voortgezet in de stand waarin het zich bevond. De Raad heeft geen aanleiding gezien voor een proceskostenveroordeling in het kader van het verzet.
De uitspraak is gedaan door J.C. Boeree, in tegenwoordigheid van griffier J. Oosterveen, en is openbaar uitgesproken op dezelfde datum.