ECLI:NL:CRVB:2021:3349

Centrale Raad van Beroep

Datum uitspraak
24 december 2021
Publicatiedatum
4 januari 2022
Zaaknummer
21/835 PW
Instantie
Centrale Raad van Beroep
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Bestuursrecht; Socialezekerheidsrecht
Procedures
  • Hoger beroep
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Niet-ontvankelijkheid van hoger beroep wegens overlijden appellant zonder erfgenamen

In deze zaak heeft de Centrale Raad van Beroep op 24 december 2021 uitspraak gedaan in het hoger beroep van een appellant die is overleden. De appellant had op 4 maart 2021 hoger beroep ingesteld tegen een uitspraak van de rechtbank Midden-Nederland van 20 januari 2021. Na het overlijden van de appellant, dat op 12 mei 2021 aan de Raad werd gemeld, is er geen enkele erfgenaam van de appellant naar voren gekomen om het hoger beroep voort te zetten. De Raad heeft de erven van de appellant herhaaldelijk verzocht om een verklaring van erfrecht in te dienen, maar er heeft zich niemand gemeld. Dit heeft geleid tot de conclusie dat er geen belang meer is bij een beoordeling van het hoger beroep. De Raad heeft daarom het hoger beroep niet-ontvankelijk verklaard, zonder dat er aanleiding was voor een proceskostenveroordeling. De uitspraak is openbaar gedaan en ondertekend door de voorzitter en de griffier.

Uitspraak

Datum uitspraak: 24 december 2021
21/835 PW
Centrale Raad van Beroep
Enkelvoudige kamer
Uitspraak op het hoger beroep tegen de uitspraak van de rechtbank Midden-Nederland van
20 januari 2021, 20/2008 (aangevallen uitspraak)
Partijen:
wijlen [appellant] te [woonplaats] (appellant)
het college van burgemeester en wethouders van de gemeente De Ronde Venen (college)

PROCESVERLOOP

[appellant] heeft op 4 maart 2021 hoger beroep ingesteld.
Bij brief van 12 mei 2021 heeft het college de Raad in kennis gesteld dat [appellant] is overleden.
De Raad heeft, gelet op het bepaalde in artikel 8:26, tweede lid, van de Algemene wet bestuursrecht, in de Staatscourant van 6 oktober 2021 aangekondigd dat het onderzoek ter zitting zal plaatsvinden op 12 november 2021.
Het hoger beroep is behandeld ter zitting van 12 november 2021. Het college was daarbij via skype aanwezig.

OVERWEGINGEN

Bij brief van 21 mei 2021 is aan de erven van [appellant] , per brief aan het laatst bekende adres van [appellant] , verzocht binnen vier weken een verklaring van erfrecht in te dienen.
Bij aangetekende brief van 21 juni 2021 is aan de erven van [appellant] nogmaals de gelegenheid geboden de verklaring van erfrecht in te zenden. Daarbij is een termijn van vier weken gesteld en zijn de erven van [appellant] erop gewezen dat overschrijding van die termijn tot gevolg kan hebben dat het (hoger) beroep niet-ontvankelijk zal worden verklaard. Vervolgens is op 6 oktober 2021 een aankondiging van de zitting in de Staatscourant geplaatst.
Er heeft zich niemand gemeld als erfgenaam van [appellant] . Niet is gebleken van erfgenamen die betrokkene als partij in zijn opgevolgd en die deze zaak zouden willen voortzetten. Ook na de aankondiging in de Staatscourant hebben zich geen belanghebbenden gemeld met het verzoek als partij te mogen deelnemen.
Er is dan ook niet langer belang bij een beoordeling van het hoger beroep van [appellant] . Daarom worden het hoger beroep niet-ontvankelijk verklaard.
Voor een proceskostenveroordeling is geen aanleiding.

BESLISSING

De Centrale Raad van Beroep verklaart het hoger beroep niet-ontvankelijk.
Deze uitspraak is gedaan door J.C. Boeree, in tegenwoordigheid van J. Oosterveen als griffier. De beslissing is uitgesproken in het openbaar op 24 december 2021.
(getekend) J.C. Boeree
(getekend) J. Oosterveen