ECLI:NL:CRVB:2021:3348
Centrale Raad van Beroep
- Hoger beroep
- Rechtspraak.nl
Verzet tegen niet-ontvankelijkverklaring van hoger beroep wegens termijnoverschrijding
In deze zaak heeft de Centrale Raad van Beroep op 24 december 2021 uitspraak gedaan over het verzet van appellante tegen de niet-ontvankelijkverklaring van haar hoger beroep. Het hoger beroep was niet-ontvankelijk verklaard omdat het niet tijdig was ingediend. De laatste dag voor het indienen van het hogerberoepschrift was 2 maart 2020, maar het verzoek werd pas op 6 januari 2021 bij de rechtbank ontvangen en op 7 januari 2021 bij de Raad. Appellante heeft in verzet verklaard dat zij door COVID-19 maatregelen en gezondheidsproblemen niet eerder hoger beroep kon instellen. De Raad heeft echter geoordeeld dat er geen verschoonbare reden was voor de termijnoverschrijding. Appellante had geen bewijsstukken overgelegd die haar stelling onderbouwden dat het indienen van hoger beroep niet mogelijk was. De Raad merkte op dat op het moment van ontvangst van de uitspraak van de rechtbank er nog geen COVID-19 maatregelen van kracht waren en dat appellante een derde had kunnen inschakelen om haar post bij te houden. Gezien deze overwegingen heeft de Raad het verzet ongegrond verklaard en geen aanleiding gezien voor een proceskostenveroordeling.