ECLI:NL:CRVB:2021:3307
Centrale Raad van Beroep
- Schadevergoedingsuitspraak
- Rechtspraak.nl
Intrekking hoger beroep en proceskostenvergoeding in WAJONG-zaak
In deze zaak heeft appellante, vertegenwoordigd door mr. W. Kort, hoger beroep ingesteld tegen een beslissing van het Uitvoeringsinstituut werknemersverzekeringen (Uwv). De zaak betreft een WAJONG-uitkering. Op 13 april 2021 heeft het Uwv een gewijzigde beslissing op bezwaar genomen, waarbij het volledig tegemoet is gekomen aan de bezwaren van appellante. Hierdoor heeft appellante op 19 april 2021 het hoger beroep ingetrokken en verzocht om een proceskostenvergoeding. Het Uwv heeft geen bezwaar gemaakt tegen dit verzoek. De Centrale Raad van Beroep heeft, onder toepassing van artikel 8:57 van de Algemene wet bestuursrecht, besloten het onderzoek ter zitting achterwege te laten en het onderzoek te sluiten.
De Raad overweegt dat op grond van artikel 8:75a van de Algemene wet bestuursrecht, het bestuursorgaan kan worden veroordeeld in de kosten indien het beroep is ingetrokken omdat het bestuursorgaan aan de indiener is tegemoetgekomen. In dit geval is het Uwv veroordeeld tot een proceskostenvergoeding van in totaal € 2.244,-, bestaande uit € 1.496,- voor de kosten in beroep en € 748,- voor de kosten in hoger beroep. Appellante kan zich voor de vergoeding van het betaalde griffierecht rechtstreeks tot het Uwv wenden. De uitspraak is gedaan door S.B. Smit-Colenbrander, in tegenwoordigheid van griffier H. Alajai, en is openbaar uitgesproken op 28 december 2021.