ECLI:NL:CRVB:2021:3203
Centrale Raad van Beroep
- Hoger beroep
- Rechtspraak.nl
Hoger beroep ingetrokken na tegemoetkoming door Uwv
In deze zaak heeft de Centrale Raad van Beroep op 20 december 2021 uitspraak gedaan in hoger beroep onder zaaknummer 18/557 WIA. Het hoger beroep is ingetrokken omdat het Uitvoeringsinstituut werknemersverzekeringen (Uwv) met een gewijzigde beslissing op bezwaar volledig aan de bezwaren van appellant is tegemoetgekomen. De Raad heeft eerder op 17 maart 2021 een tussenuitspraak gedaan, gepubliceerd onder ECLI:NL:CRVB:2021:597. Na de intrekking van het hoger beroep heeft appellant verzocht om vergoeding van de proceskosten, die door de Raad zijn beoordeeld en toegewezen.
De Raad heeft vastgesteld dat de kosten die appellant heeft gemaakt in verband met de behandeling van het bezwaar, het beroep en het hoger beroep redelijkerwijs voor vergoeding in aanmerking komen. De totale kosten zijn begroot op € 4.704,14, inclusief de kosten voor rechtsbijstand en medische informatie. De Raad heeft de kosten als volgt verdeeld: € 1.068,- voor bezwaar, € 1.496,- voor beroep en € 748,- voor hoger beroep, naast de kosten voor medische informatie en de inzet van de verzekeringsarts H.M.Th. Offermans.
De uitspraak benadrukt de toepassing van de artikelen 8:75a en 8:108 van de Algemene wet bestuursrecht (Awb), die bepalen dat bij intrekking van het beroep omdat het bestuursorgaan aan de indiener is tegemoetgekomen, het bestuursorgaan op verzoek van de indiener in de kosten kan worden veroordeeld. De Raad heeft de kostenveroordeling uitgesproken in het openbaar, waarbij de beslissing is ondertekend door de voorzitter en de griffier.