ECLI:NL:CRVB:2021:3175
Centrale Raad van Beroep
- Hoger beroep
- Rechtspraak.nl
Intrekking hoger beroep na tegemoetkoming door Uwv en proceskostenveroordeling
Op 15 december 2021 heeft de Centrale Raad van Beroep uitspraak gedaan in de zaak met nummer 19/2716 WIA. Het hoger beroep is ingetrokken door appellante, omdat het Uitvoeringsinstituut werknemersverzekeringen (Uwv) met een gewijzigde beslissing op bezwaar van 19 januari 2021 volledig aan de bezwaren van appellante tegemoet is gekomen. Namens appellante heeft mr. R.A. Severijn het hoger beroep ingesteld, maar na de gewijzigde beslissing heeft hij op 16 februari 2021 het hoger beroep ingetrokken en verzocht om een proceskostenveroordeling voor het Uwv. Het Uwv heeft geen bezwaar gemaakt tegen deze intrekking.
De Raad heeft, onder toepassing van artikel 8:57 van de Algemene wet bestuursrecht (Awb), besloten het onderzoek ter zitting achterwege te laten en het onderzoek te sluiten. De Raad overweegt dat, volgens artikel 8:75a van de Awb, in geval van intrekking van het beroep omdat het bestuursorgaan tegemoet is gekomen aan de indiener, het bestuursorgaan op verzoek van de indiener in de kosten kan worden veroordeeld. Aangezien het Uwv de kosten in de bezwaarfase en in beroep al heeft vergoed, moest de Raad alleen oordelen over de kosten die appellante in hoger beroep heeft gemaakt.
De Raad heeft geoordeeld dat het Uwv in de kosten van appellante moet worden veroordeeld tot een bedrag van € 748,-, wat is begroot op basis van het Besluit proceskosten bestuursrecht. Voor vergoeding van het betaalde griffierecht kan appellante zich rechtstreeks tot het Uwv wenden. De uitspraak is gedaan door S.B. Smit-Colenbrander, in tegenwoordigheid van griffier H. Alajai, en is openbaar uitgesproken op 15 december 2021.