Uitspraak
20 1057 WIA
PROCESVERLOOP
OVERWEGINGEN
BESLISSING
- bevestigt de aangevallen uitspraak;
- wijst het verzoek om veroordeling tot vergoeding van schade af.
Centrale Raad van Beroep
In deze zaak heeft de Centrale Raad van Beroep op 9 december 2021 uitspraak gedaan in hoger beroep over de beëindiging van de WGA-loonaanvullingsuitkering van appellante. Appellante, die als schoonmaakster werkte, had zich op 15 april 2010 ziek gemeld met diverse klachten, waaronder duizeligheid en psychische problemen. Het Uwv had haar eerder een loongerelateerde WGA-uitkering toegekend, maar na een herbeoordeling in 2018 werd vastgesteld dat zij minder dan 35% arbeidsongeschikt was, wat leidde tot de beëindiging van haar uitkering per 10 januari 2019. De rechtbank had het beroep van appellante tegen dit besluit ongegrond verklaard, en appellante ging in hoger beroep.
De Centrale Raad oordeelde dat het medisch onderzoek door het Uwv zorgvuldig was uitgevoerd en dat er geen reden was om te twijfelen aan de medische beoordeling. De Raad bevestigde dat de verzekeringsarts bezwaar en beroep voldoende gemotiveerd had dat er geen urenbeperking meer aan de orde was en dat de geselecteerde functies geschikt waren voor appellante. Appellante had aangevoerd dat zij volledig en duurzaam arbeidsongeschikt was en dat het onderzoek niet zorgvuldig was, maar de Raad volgde de overwegingen van de rechtbank en oordeelde dat de mate van arbeidsongeschiktheid terecht op minder dan 35% was vastgesteld.
De Raad bevestigde de uitspraak van de rechtbank en wees het verzoek van appellante om schadevergoeding af. De beslissing werd genomen in het openbaar en ondertekend door de voorzitter en de griffier.