ECLI:NL:CRVB:2021:3120
Centrale Raad van Beroep
- Hoger beroep
- Rechtspraak.nl
Afwijzing aanvraag bijstandsverlening wegens onvoldoende bewijs van financiële situatie
In deze zaak heeft de Centrale Raad van Beroep op 7 december 2021 uitspraak gedaan in hoger beroep tegen de afwijzing van een aanvraag om bijstand door het college van burgemeester en wethouders van Eindhoven. De appellant, die eerder bijstand ontving, heeft op 13 maart 2018 een aanvraag ingediend voor bijstand naar de norm voor een alleenstaande. Hij stelde dat hij tot dan toe van giften van zijn familie had geleefd en dat zijn financiële situatie was veranderd door een relatiebreuk.
Het college heeft de aanvraag afgewezen omdat appellant geen objectieve en verifieerbare gegevens heeft overgelegd die aantonen hoe hij in zijn levensonderhoud heeft voorzien. De Raad heeft vastgesteld dat appellant onvoldoende duidelijkheid heeft verschaft over zijn financiële situatie, waardoor het recht op bijstand niet kon worden vastgesteld. De rechtbank Oost-Brabant had eerder het beroep van appellant tegen de afwijzing ongegrond verklaard, wat door de Centrale Raad werd bevestigd.
De Raad benadrukt dat het aan de aanvrager is om de feiten en omstandigheden aannemelijk te maken die inwilliging van de aanvraag noodzakelijk maken. Appellant heeft niet voldaan aan zijn medewerkingsverplichting, wat een grond voor weigering van de bijstand oplevert. De Raad concludeert dat de afwijzing van de aanvraag om bijstand terecht is geweest, en bevestigt de uitspraak van de rechtbank.