ECLI:NL:CRVB:2021:3097
Centrale Raad van Beroep
- Hoger beroep
- Rechtspraak.nl
Intrekking beroep en proceskostenvergoeding in bestuursrechtelijke zaak tegen korpschef
In deze zaak heeft de Centrale Raad van Beroep op 2 december 2021 uitspraak gedaan in hoger beroep onder zaaknummer 20/1055 AW. De appellant had eerder beroep ingesteld tegen de korpschef van politie wegens het niet tijdig beslissen op bezwaar. De Raad had in een eerdere uitspraak op 28 november 2019 de beslissing van de rechtbank Rotterdam vernietigd en de korpschef opgedragen een nieuwe beslissing op bezwaar te nemen. Op 17 maart 2020 heeft de korpschef alsnog een beslissing op bezwaar genomen, waarop de appellant zijn beroep heeft ingetrokken.
De Raad heeft vastgesteld dat de korpschef met de nieuwe beslissing op bezwaar aan de bezwaren van de appellant is tegemoetgekomen. Gezien deze intrekking van het beroep, heeft de Raad de korpschef veroordeeld in de proceskosten die de appellant redelijkerwijs heeft moeten maken. De kosten zijn begroot op € 748,- voor verleende rechtsbijstand, conform het Besluit proceskosten bestuursrecht. De appellant kan zich voor vergoeding van het betaalde griffierecht rechtstreeks tot de korpschef wenden.
De uitspraak is gedaan door C.H. Bangma, in tegenwoordigheid van K.R. van Renswoude als griffier, en is openbaar uitgesproken op 2 december 2021.