ECLI:NL:CRVB:2021:3092
Centrale Raad van Beroep
- Hoger beroep
- Rechtspraak.nl
Niet-ontvankelijkheid van hoger beroep inzake NOW-uitkering
In deze zaak heeft de Centrale Raad van Beroep op 9 december 2021 uitspraak gedaan in het hoger beroep van appellant tegen de uitspraak van de rechtbank Den Haag van 19 november 2020. Het hoger beroep was ingesteld tegen de beslissing van de rechtbank in een zaak met betrekking tot de NOW (Tijdelijke Noodmaatregel Overbrugging voor Werkgelegenheid). De Centrale Raad heeft vastgesteld dat het beroepschrift niet tijdig was ingediend. De termijn voor het indienen van een beroepschrift bedraagt zes weken en begint te lopen vanaf de dag na de bekendmaking van de uitspraak. In dit geval was de uitspraak op 25 november 2020 aan partijen bekendgemaakt, en het beroepschrift was pas op 22 mei 2021 ontvangen. Hierdoor was het beroepschrift niet tijdig ingediend, en de Raad heeft geoordeeld dat er geen reden was om de niet-ontvankelijkheid achterwege te laten, aangezien appellant niet had gereageerd op verzoeken om uitleg over de termijnoverschrijding. De Centrale Raad heeft daarom het hoger beroep kennelijk niet-ontvankelijk verklaard, zonder verder onderzoek te doen. Er was geen aanleiding voor een proceskostenveroordeling.