ECLI:NL:CRVB:2021:3089
Centrale Raad van Beroep
- Hoger beroep
- Rechtspraak.nl
Niet-ontvankelijkheid van hoger beroep wegens niet tijdig betalen griffierecht
In deze zaak heeft appellante, een B.V. gevestigd te [vestigingsplaats], hoger beroep ingesteld tegen een uitspraak van de rechtbank Rotterdam van 14 oktober 2020. De Centrale Raad van Beroep heeft op 9 december 2021 uitspraak gedaan in deze zaak, geregistreerd onder nummer 20/4021 WIA. De procedure betreft een geschil over de betaling van het griffierecht, dat niet binnen de gestelde termijn is voldaan. De Raad heeft vastgesteld dat appellante op meerdere momenten is gewezen op de verplichting tot betaling van het griffierecht, maar dat deze betaling niet tijdig heeft plaatsgevonden. Hierdoor is het hoger beroep kennelijk niet-ontvankelijk verklaard. De Raad heeft geen aanleiding gezien voor een proceskostenveroordeling. De uitspraak is openbaar gedaan en de betrokken partijen zijn geïnformeerd over hun recht om verzet aan te tekenen tegen deze beslissing binnen zes weken na verzending van het afschrift.