Uitspraak
20 2342 ZW
12 juni 2020, 19/1296 (aangevallen uitspraak)
PROCESVERLOOP
OVERWEGINGEN
BESLISSING
V.M. Candelaria als griffier. De beslissing is uitgesproken in het openbaar op 6 december 2021.
Centrale Raad van Beroep
In deze zaak heeft de Centrale Raad van Beroep op 6 december 2021 uitspraak gedaan in het hoger beroep van een appellant die geen recht meer had op ziekengeld. De appellant, die als exportmedewerker werkzaam was, had zich op 17 oktober 2017 ziek gemeld vanwege rugklachten. Na beëindiging van zijn dienstverband op 1 augustus 2018, ontving hij een uitkering op grond van de Ziektewet (ZW). Het Uwv concludeerde dat de appellant, na een beoordeling door een arts en een arbeidsdeskundige, in staat was om meer dan 65% van zijn maatmaninkomen te verdienen, en stelde zijn recht op ziekengeld per 17 november 2018 stop. De rechtbank Oost-Brabant verklaarde het beroep van de appellant tegen dit besluit ongegrond.
In hoger beroep voerde de appellant aan dat het onderzoek door het Uwv onzorgvuldig was en dat er sprake was van schending van het beginsel van 'equality of arms'. Hij verzocht om de inschakeling van een onafhankelijke deskundige en betwistte de geschiktheid van de door het Uwv geselecteerde functies. De Raad beoordeelde de zorgvuldigheid van de besluitvorming en concludeerde dat het Uwv voldoende rekening had gehouden met de medische situatie van de appellant. De Raad onderschreef de conclusie van de rechtbank dat de FML van 5 oktober 2018 voldoende rekening hield met de beperkingen van de appellant en dat de geselecteerde functies passend waren.
De Raad bevestigde de aangevallen uitspraak en oordeelde dat er geen aanleiding was voor het inschakelen van een onafhankelijke deskundige. De beroepsgrond van de appellant dat hij de geselecteerde functies niet kon verrichten, werd verworpen. De Raad concludeerde dat het hoger beroep niet slaagde en dat de aangevallen uitspraak moest worden bevestigd.