Uitspraak
21.338 WIA
OVERWEGINGEN
27 februari 2020, dat het energieniveau van appellant nog is afgenomen en hij, omdat hij zichzelf hoge eisen stelt, meer baat heeft bij langzaam aan doen en afremmen in plaats van overstimuleren, appellant niet kan baten. Aanvullend wordt als volgt overwogen. Appellant is blijkens de FML aangewezen op werk onder rechtstreeks toezicht en onder intensieve begeleiding, met een voorspelbare werksituatie, en zonder deadlines en productiepieken, storingen en onderbrekingen, waarbij kan worden teruggevallen op collega’s of leidinggevende. De verzekeringsarts bezwaar en beroep heeft in het rapport van 5 juni 2020 voldoende overtuigend gemotiveerd dat met deze beperkingen tegemoet wordt gekomen aan de psychische problematiek van appellant. Het risico van overschrijding van zijn eigen grenzen, energieverlies en hernieuwde uitval, wordt geacht hiermee te worden voorkomen. Gezien de slaapproblemen van appellant is voorts een beperking gesteld op werken na 19:00 uur en op ’s nachts werken. De overwegingen van de verzekeringsarts bezwaar en beroep in de rapporten van 26 november 2019 en 5 juni 2020 met betrekking tot een urenbeperking worden onderschreven. Op grond van de in de Standaard Duurbelastbaarheid in arbeid benoemde indicaties (een stoornis in de energiehuishouding, bij verminderde beschikbaarheid en uit preventieve overwegingen) bestaat geen aanleiding voor een urenbeperking. Appellant heeft zijn standpunt dat hiervan wel sprake is in hoger beroep niet onderbouwd.