ECLI:NL:CRVB:2021:3011
Centrale Raad van Beroep
- Hoger beroep
- J.S. van der Kolk
- J.J.C. Vorias
- Rechtspraak.nl
Weigering WIA-uitkering op basis van arbeidsongeschiktheid en medische beoordeling
In deze zaak heeft de Centrale Raad van Beroep op 1 december 2021 uitspraak gedaan in hoger beroep tegen de beslissing van de rechtbank Amsterdam. Appellant, die als voorman/schoonmaker werkte, had zich op 1 november 2016 ziek gemeld en verzocht om een WIA-uitkering. Het Uitvoeringsinstituut werknemersverzekeringen (Uwv) weigerde deze uitkering, omdat appellant minder dan 35% arbeidsongeschikt werd geacht. Appellant was het niet eens met deze beslissing en stelde dat hij meer beperkingen had dan het Uwv had aangenomen. Hij voerde aan dat de rechtbank de medische informatie niet voldoende had gewaardeerd en dat er een onafhankelijke deskundige benoemd moest worden.
De Raad oordeelde dat het Uwv de mate van arbeidsongeschiktheid terecht had vastgesteld. De Raad vond dat appellant niet voldoende onderbouwde waarom de overwegingen van de rechtbank niet juist waren. De medische rapporten en gegevens in het dossier gaven voldoende inzicht in de beperkingen van appellant. Ook het beroep op het beginsel van equality of arms werd verworpen, omdat appellant niet had aangetoond dat hij in een ongelijke positie verkeerde of dat hij belemmeringen had ondervonden bij het overleggen van medische informatie. De Raad bevestigde de uitspraak van de rechtbank en oordeelde dat het hoger beroep van appellant niet slaagde.