ECLI:NL:CRVB:2021:2978
Centrale Raad van Beroep
- Hoger beroep
- Rechtspraak.nl
Afwijzing laattijdige aanvraag om Wajong-uitkering wegens gebrek aan medische gegevens
In deze zaak heeft de Centrale Raad van Beroep op 19 november 2021 uitspraak gedaan in hoger beroep tegen de beslissing van de rechtbank Noord-Nederland. De appellant, geboren in 1976, had in maart 2019 een laattijdige aanvraag ingediend voor een uitkering op grond van de Wet arbeidsongeschiktheidsvoorziening jonggehandicapten (Wajong 2015). Deze aanvraag werd afgewezen door het Uitvoeringsinstituut werknemersverzekeringen (Uwv) op basis van het ontbreken van medische gegevens over de appellant's zeventiende en achttiende jaar, waardoor niet kon worden vastgesteld of hij arbeidsbeperkingen had op grond van ziekte of gebrek.
De rechtbank had het beroep van de appellant tegen de afwijzing ongegrond verklaard. In hoger beroep voerde de appellant aan dat, ondanks het ontbreken van medische informatie uit die periode, kon worden vastgesteld dat hij destijds niet in staat was om te werken. Hij verwees naar een diagnose uit 2016 van een aangeboren longaandoening met een progressief verloop. De Raad oordeelde echter dat deze informatie niet voldoende was om conclusies te trekken over de medische situatie van de appellant in zijn tienerjaren, aangezien de relevante gegevens pas vanaf 2016 beschikbaar waren.
De Centrale Raad van Beroep bevestigde de uitspraak van de rechtbank en oordeelde dat de appellant niet voldeed aan de voorwaarden voor een Wajong-uitkering. De Raad benadrukte dat het ontbreken van medische gegevens voor risico van de aanvrager komt, vooral in het geval van een laattijdige aanvraag. Er werd geen aanleiding gezien voor een veroordeling in de proceskosten. De uitspraak werd openbaar uitgesproken en is vastgelegd in een proces-verbaal.