ECLI:NL:CRVB:2021:2977
Centrale Raad van Beroep
- Hoger beroep
- Rechtspraak.nl
Niet-ontvankelijkheid van hoger beroep wegens niet tijdig betalen griffierecht
In deze zaak heeft de Centrale Raad van Beroep op 25 november 2021 uitspraak gedaan in het hoger beroep van appellant tegen de Raad van bestuur van het Uitvoeringsinstituut werknemersverzekeringen (Uwv). Het hoger beroep was ingesteld tegen een eerdere uitspraak van de rechtbank Gelderland van 30 maart 2021. De Centrale Raad heeft vastgesteld dat appellant niet tijdig het verschuldigde griffierecht van € 134,- heeft betaald, ondanks herhaalde waarschuwingen en verzoeken om betaling. Appellant had een beroep op betalingsonmacht gedaan, maar de Raad heeft geoordeeld dat appellant niet aan de criteria voor betalingsonmacht voldeed. De Raad heeft appellant in de gelegenheid gesteld om zijn inkomensgegevens te actualiseren, maar de ingediende gegevens waren niet voldoende om aan te tonen dat hij niet in verzuim was. Uiteindelijk heeft de Centrale Raad van Beroep het hoger beroep kennelijk niet-ontvankelijk verklaard, omdat het griffierecht niet binnen de gestelde termijn was betaald. De uitspraak is openbaar gedaan en de betrokken partijen zijn geïnformeerd over hun recht om verzet aan te tekenen tegen deze beslissing.