ECLI:NL:CRVB:2021:2929
Centrale Raad van Beroep
- Hoger beroep
- Rechtspraak.nl
Hoger beroep niet-ontvankelijk wegens gebrek aan procesbelang in aanvraag bijzondere bijstand
In deze zaak heeft de Centrale Raad van Beroep op 23 november 2021 uitspraak gedaan in hoger beroep (zaaknummer 20/847 PW) tegen een eerdere uitspraak van de rechtbank Zeeland-West-Brabant. De appellant had een aanvraag ingediend voor bijzondere bijstand voor de huur van een woning in 2019, maar er was geen huurovereenkomst tot stand gekomen. De woning was inmiddels verhuurd aan een ander, waardoor de appellant geen procesbelang meer had bij de beoordeling van zijn hoger beroep. De Raad heeft vastgesteld dat de appellant niet heeft gereageerd op vragen van de Raad en niet ter zitting is verschenen, wat heeft geleid tot een gebrek aan nadere informatie. Hierdoor kon de Raad niet vaststellen dat er nog een resultaat te behalen viel voor de appellant, wat essentieel is voor het bestaan van procesbelang. De Raad heeft ook overwogen dat de stelling van de appellant dat hij schade heeft geleden als gevolg van de bestuursrechtelijke besluitvorming niet op voorhand aannemelijk was. De uitspraak van de rechtbank is bevestigd en het hoger beroep is niet-ontvankelijk verklaard. Er is geen aanleiding voor een veroordeling in de proceskosten.