ECLI:NL:CRVB:2021:2898
Centrale Raad van Beroep
- Voorlopige voorziening
- J.N.A. Bootsma
- J. Oosterveen
- Rechtspraak.nl
Verzoek om voorlopige voorziening in het kader van bijstandsintrekking en terugvordering
In deze zaak heeft verzoeker, vertegenwoordigd door mr. A.C.S. Grégoire, hoger beroep ingesteld tegen een uitspraak van de rechtbank Limburg, waarin het beroep tegen een besluit van het college van burgemeester en wethouders van Sittard-Geleen ongegrond werd verklaard. Het college had de bijstandsverlening aan verzoeker, die sinds 2000 bijstand ontving op basis van de Participatiewet, opgeschort en later ingetrokken vanwege het niet aanleveren van gevraagde gegevens. Verzoeker had een verzoek om een voorlopige voorziening ingediend, met de vraag om schorsing van het bestreden besluit en om een voorschot van € 60.000,- netto. Tijdens de zitting op 8 november 2021 heeft het college zich via Skype laten vertegenwoordigen door mr. T.P. Blanksma.
De voorzieningenrechter heeft overwogen dat het verzoek om voorlopige voorziening niet voldoet aan het materiële connexiteitsvereiste. Dit houdt in dat de gevraagde schorsing niet leidt tot een doorlopende bijstandsverlening, aangezien het gaat om een intrekking en terugvordering over een afgesloten periode. De voorzieningenrechter heeft geconcludeerd dat het verzoek niet-ontvankelijk is, omdat de toekenning van bijstand geen onderwerp van geschil is in de bodemprocedure die aanhangig is bij de Raad. De uitspraak is gedaan op 16 november 2021, waarbij de voorzieningenrechter heeft besloten dat er geen aanleiding is voor een veroordeling in de proceskosten.