ECLI:NL:CRVB:2021:2838
Centrale Raad van Beroep
- Hoger beroep
- Rechtspraak.nl
Afwijzing aanvraag om bijstand wegens schending van medewerkings- en inlichtingenverplichting
In deze zaak heeft de Centrale Raad van Beroep op 16 november 2021 uitspraak gedaan in hoger beroep tegen de afwijzing van een aanvraag om bijstand door het algemeen bestuur van de Uitvoeringsorganisatie Laborijn. De appellant had zich op 19 februari 2018 gemeld voor bijstand ingevolge de Participatiewet (PW) en had op 1 maart 2018 een intakegesprek gehad. Tijdens dit gesprek heeft hij zijn aanvraag ingediend, maar heeft hij later niet voldaan aan de verzoeken om aanvullende informatie. De appellant heeft op 23 mei 2018 een gesprek met de consulent vroegtijdig verlaten, waardoor een huisbezoek niet kon plaatsvinden. De Raad oordeelt dat de appellant zijn medewerkingsverplichting heeft geschonden door het gesprek te verlaten en zijn inlichtingenverplichting niet is nagekomen door geen openheid van zaken te geven over zijn woon- en leefsituatie. De rechtbank Gelderland had eerder het beroep van de appellant ongegrond verklaard. De Raad bevestigt deze uitspraak en stelt dat de appellant niet voldoende heeft onderbouwd dat hij door zijn medische en sociale problemen niet in staat was om adequaat te reageren tijdens het gesprek. De Raad concludeert dat het algemeen bestuur terecht heeft besloten de aanvraag om bijstand af te wijzen, omdat het recht op bijstand niet kon worden vastgesteld door de schendingen van de appellant.