ECLI:NL:CRVB:2021:269
Centrale Raad van Beroep
- Hoger beroep
- Rechtspraak.nl
Hoger beroep inzake persoonsgebonden budget en ondersteuning bij sociaal functioneren
In deze zaak gaat het om een hoger beroep van appellant tegen de uitspraak van de rechtbank Rotterdam, waarin het beroep tegen een besluit van ROGplus ongegrond werd verklaard. Appellant, die lijdt aan Asperger, ADHD en een lees/schrijfstoornis, had een aanvraag ingediend voor een persoonsgebonden budget (pgb) ter ondersteuning bij sociaal en persoonlijk functioneren. ROGplus had een pgb verstrekt voor de periode van 1 september 2018 tot en met 31 augustus 2019, maar appellant was van mening dat het bedrag niet voldoende was om de reiskosten van zijn moeder, die hem ondersteunt, te dekken. Hij stelde dat het pgb niet voldeed aan de eisen van de Wmo 2015, omdat het niet was verhoogd met de reiskosten van zijn moeder. Appellant deed ook een beroep op de hardheidsclausule, maar de Centrale Raad van Beroep oordeelde dat hij niet had aangetoond dat hij de ondersteuning niet kon inkopen met het verstrekte bedrag. De Raad bevestigde de uitspraak van de rechtbank, met enige verbetering van gronden, en wees het verzoek om schadevergoeding af. De uitspraak werd gedaan door een meervoudige kamer op 10 februari 2021.