ECLI:NL:CRVB:2021:2686
Centrale Raad van Beroep
- Hoger beroep
- Rechtspraak.nl
Niet-ontvankelijkheid van hoger beroep wegens niet tijdige betaling griffierecht en ontbreken beroepsgronden
In deze zaak heeft appellante, vertegenwoordigd door mr. M. el Ahmadi, hoger beroep ingesteld tegen een uitspraak van de rechtbank Midden-Nederland van 27 januari 2021. De Centrale Raad van Beroep heeft op 28 oktober 2021 uitspraak gedaan in deze zaak, geregistreerd onder nummer 21/918 ZW. De Raad heeft vastgesteld dat het griffierecht van € 134,- niet tijdig is betaald door de gemachtigde van appellante, ondanks herhaalde waarschuwingen en de mogelijkheid om dit verzuim te herstellen. Daarnaast bevatte het ingediende beroepschrift geen gronden, wat ook in strijd is met de vereisten van de Algemene wet bestuursrecht (Awb). De gemachtigde van appellante heeft de geboden termijnen om het verzuim te herstellen ongebruikt laten verstrijken. Hierdoor kon de Centrale Raad van Beroep niet anders dan het hoger beroep kennelijk niet-ontvankelijk verklaren. De Raad heeft geen aanleiding gezien voor een proceskostenveroordeling. De uitspraak is openbaar gedaan en kan door belanghebbenden en het bestuursorgaan worden aangevochten binnen zes weken na verzending van het afschrift.