Uitspraak
20 2573 PW
PROCESVERLOOP
OVERWEGINGEN
2 oktober 2018 tot en met 11 december 2018 van appellant teruggevorderd. Aan dit besluit ligt ten grondslag dat appellant bij brief van 23 november 2018 van Work and Income uit
Nieuw-Zeeland is geïnformeerd over zijn recht op Nieuw-Zeelands pensioen met ingang van 2 oktober 2018. Op 6 december 2018 heeft appellant van dit pensioen een betaling van € 1.121,99 ontvangen. Verder is gebleken dat appellant bij brief van 29 november 2018 van het pensioenfonds PGB is geïnformeerd over zijn recht op PGB-pensioen met ingang van 1 december 2018. Op 19 december 2018 heeft appellant van dit pensioen een betaling van € 64,77 ontvangen. Van de genoemde betalingen heeft een bedrag van € 1.144,93 betrekking op de periode van 2 oktober 2018 tot en met 11 december 2018. Na brutering bedraagt de terugvordering € 1.804,41 en na verrekening met de gereserveerde vakantietoeslag van € 316,44 resteert een vordering van € 1.487,97.
PGB-pensioen de grens van wat iemand met een bijstandsuitkering aan vermogen mag hebben niet heeft overschreden.