ECLI:NL:CRVB:2021:2638
Centrale Raad van Beroep
- Hoger beroep
- Rechtspraak.nl
Verzet tegen niet-ontvankelijk verklaring van hoger beroep inzake WAO-V
In deze zaak heeft de Centrale Raad van Beroep op 22 oktober 2021 uitspraak gedaan over het verzet van appellant tegen de niet-ontvankelijk verklaring van zijn hoger beroep. Het hoger beroep was eerder op 16 december 2020 niet-ontvankelijk verklaard omdat appellant het griffierecht niet had betaald en het hoger beroep te laat had ingediend. Appellant, die in Marokko woont, was het niet eens met deze uitspraak en heeft verzet aangetekend. Tijdens de zitting op 10 september 2021 zijn beide partijen niet verschenen.
Appellant heeft in zijn verzet aangevoerd dat de brieven van de Raad naar een verkeerd postbusnummer zijn verzonden. Hij heeft een enveloppe overgelegd als bewijs, waaruit blijkt dat er een onjuist postbusnummer op de sticker staat. De Raad heeft echter vastgesteld dat de brieven met betrekking tot de uitspraak van de rechtbank Amsterdam en de verzoeken om het griffierecht te voldoen, allemaal naar het juiste adres zijn verzonden en niet retour zijn gekomen.
De Raad heeft geconcludeerd dat er geen andere redenen zijn aangevoerd in het verzetschrift die de niet-ontvankelijkheid van het hoger beroep zouden kunnen rechtvaardigen. Daarom heeft de Centrale Raad van Beroep het verzet ongegrond verklaard en is er geen aanleiding voor een proceskostenveroordeling. De uitspraak is openbaar gedaan en ondertekend door J.C. Boeree, met V.M. Candelaria als griffier.