ECLI:NL:CRVB:2021:2605
Centrale Raad van Beroep
- Hoger beroep
- Rechtspraak.nl
Afwijzing aanvraag uitkering en bedrijfskrediet op grond van het Besluit bijstandverlening zelfstandigen 2004 (Bbz) door onvoldoende financiële gegevens
In deze zaak gaat het om de afwijzing van een aanvraag voor een uitkering levensonderhoud en een bedrijfskrediet op basis van het Besluit bijstandverlening zelfstandigen 2004 (Bbz). Appellanten, die een zorgboerderij exploiteerden, dienden op 14 november 2017 een aanvraag in, maar konden onvoldoende financiële gegevens overleggen. Het dagelijks bestuur van de Uitvoeringsorganisatie Baanbrekers vroeg om aanvullende gegevens, waaronder bankafschriften en jaarrekeningen, maar appellanten konden deze niet tijdig aanleveren. De Raad voor de Rechtspraak oordeelt dat het aan appellanten was om aan te tonen dat zij voldeden aan de voorwaarden voor de Bbz-uitkering. De Raad stelt vast dat appellanten geen concrete, objectieve en verifieerbare gegevens hebben overgelegd die nodig waren om de levensvatbaarheid van de zorgboerderij te beoordelen. De rechtbank Zeeland-West-Brabant had eerder het beroep van appellanten ongegrond verklaard, en de Centrale Raad van Beroep bevestigt deze uitspraak. De Raad benadrukt dat appellanten weliswaar niet verplicht waren om een jaarrekening op te stellen, maar dat zij wel een administratie moesten bijhouden die inzicht gaf in hun rechten en verplichtingen. De Raad concludeert dat de aanvraag terecht is afgewezen, omdat appellanten niet de benodigde gegevens hebben verstrekt om hun aanvraag te onderbouwen.