ECLI:NL:CRVB:2021:2600

Centrale Raad van Beroep

Datum uitspraak
22 oktober 2021
Publicatiedatum
22 oktober 2021
Zaaknummer
20/1500 PW-V
Instantie
Centrale Raad van Beroep
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Bestuursrecht; Socialezekerheidsrecht
Procedures
  • Hoger beroep
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Verzet tegen niet-ontvankelijk verklaring van hoger beroep wegens niet-betaling griffierecht

Op 22 oktober 2021 heeft de Centrale Raad van Beroep uitspraak gedaan in een verzetprocedure. Het verzet was ingesteld door een appellant uit Turkije tegen een eerdere uitspraak van de Raad van 24 november 2020, waarin het hoger beroep van de appellant niet-ontvankelijk was verklaard. Dit gebeurde omdat de appellant het griffierecht niet had voldaan. De appellant had in zijn verzetschrift aangegeven dat hij om uitstel van betaling had verzocht, maar geen antwoord had ontvangen. Hij verwees ook naar vertragingen door de pandemie bij het ontvangen van post.

De Raad heeft de appellant op 6 juli 2021 voor de laatste keer in de gelegenheid gesteld om het griffierecht van € 131,- te betalen, met de waarschuwing dat als dit niet voor 3 augustus 2021 zou gebeuren, de zaak niet inhoudelijk behandeld zou worden. Ondanks deze waarschuwing is het griffierecht niet betaald. Hierdoor kon de Raad niet anders dan het verzet ongegrond verklaren. De uitspraak werd gedaan zonder dat partijen op de zitting van 10 september 2021 aanwezig waren.

De Centrale Raad van Beroep heeft in zijn beslissing benadrukt dat er geen aanleiding is voor een proceskostenveroordeling in deze zaak. De uitspraak werd gedaan door J.C. Boeree, in tegenwoordigheid van griffier V.M. Candelaria, en is openbaar uitgesproken op 22 oktober 2021.

Uitspraak

Datum uitspraak: 22 oktober 2021
20/1500 PW-V
Centrale Raad van Beroep
Enkelvoudige kamer
Uitspraak op het verzet als bedoeld in de artikelen 8:55, zevende lid, en 8:108, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht in verband met het hoger beroep tegen de uitspraak van de rechtbank Oost-Brabant van 6 maart 2020, 19/1862 (aangevallen uitspraak)
Partijen:
[appellant] te [woonplaats] , Turkije (appellant)
het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Oss

PROCESVERLOOP

De Raad heeft het hoger beroep van appellant tegen de aangevallen uitspraak op 24 november 2020 niet-ontvankelijk verklaard. Dat betekent dat de Raad het hoger beroep niet inhoudelijk in behandeling kan nemen. De Raad heeft dit gedaan zonder een zitting te houden, met toepassing va de artikelen 8:54 en 8:108, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht.
Appellant is het niet eens met de uitspraak van de Raad van 24 november 2020 en heeft verzet gedaan.
Het verzet is behandeld op de zitting van 10 september 2021. Partijen zijn niet naar de zitting gekomen.

OVERWEGINGEN

In de uitspraak van de 24 november 2020 heeft de Raad het hoger beroep van appellant
niet-ontvankelijk verklaard omdat hij het griffierecht niet heeft voldaan.
In het verzetschrift van 4 januari 2021 geeft appellant aan dat hij om uitstel van betaling heeft verzocht en daar geen antwoord op heeft ontvangen. De laatste brief heeft hij in juni 2020 ontvangen. Ook zorgt de pandemie voor vertraging bij het ontvangen en versturen van poststukken.
In verzet is gebleken dat de adresgegevens van de nota’s niet helemaal overeenkomen met de adresgegevens die appellant aangeeft in zijn correspondentie
De Raad heeft appellant daarom op 6 juli 2021 voor de laatste maal in de gelegenheid gesteld om het griffierecht van € 131,- alsnog te betalen. In de brief staat dat het griffierecht uiterlijk
3 augustus 2021 moet zijn bijgeschreven op de rekening van de Raad en als het griffierecht niet op tijd betaald wordt, zal de zaak niet inhoudelijk worden behandeld.
Deze brief is per e-mail en per -aangetekende- post verzonden naar het adres dat appellant als laatste heeft opgeven.
Het griffierecht is niet betaald.
Dit betekent dat het verzet ongegrond wordt verklaard.
Voor een proceskostenveroordeling van het verzet is geen aanleiding.

BESLISSING

De Centrale Raad van Beroep verklaart het verzet ongegrond.
Deze uitspraak is gedaan door J.C. Boeree, in tegenwoordigheid van V.M. Candelaria als griffier. De beslissing is uitgesproken in het openbaar op 22 oktober 2021.
(getekend) J.C. Boeree
(getekend) V.M. Candelaria