ECLI:NL:CRVB:2021:2523
Centrale Raad van Beroep
- Hoger beroep
- Rechtspraak.nl
Toekenning van bijzondere bijstand voor kosten van bewindvoering en beoordeling van draagkracht in het kader van studiefinanciering
In deze zaak heeft de Centrale Raad van Beroep op 12 oktober 2021 uitspraak gedaan in hoger beroep over de toekenning van bijzondere bijstand aan appellante voor de kosten van bewindvoering. Appellante ontving studiefinanciering op grond van de Wet studiefinanciering 2000 en had een aanvraag ingediend voor bijzondere bijstand ter hoogte van € 111,29 per maand. Het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Veldhoven had echter slechts € 24,55 per maand toegekend, omdat het college van mening was dat appellante voldoende draagkracht had om een deel van de kosten zelf te dragen.
De Raad heeft vastgesteld dat het inkomen uit studiefinanciering in aanmerking moet worden genomen naar het normbedrag voor de kosten van levensonderhoud. De component ‘rentedragende lening’ die bij de studiefinanciering hoort, moet ook worden meegeteld bij de beoordeling van de draagkracht, omdat deze lening een voorliggende voorziening is. Dit betekent dat het niet afsluiten van een rentedragende lening niet kan worden afgewenteld op de bijstand. De Raad heeft de eerdere uitspraak van de rechtbank Oost-Brabant bevestigd, waarin het beroep van appellante tegen het besluit van het college ongegrond werd verklaard.
De Raad heeft verder overwogen dat de beleidsregels van de gemeente Veldhoven niet in de weg staan aan de beoordeling van de draagkracht en dat appellante niet kan aanspraak maken op volledige toekenning van de aangevraagde bijzondere bijstand. De uitspraak bevestigt de noodzaak om bij de beoordeling van de draagkracht rekening te houden met alle relevante inkomenscomponenten, inclusief voorliggende voorzieningen.