Uitspraak
18.6007 WIA
10 oktober 2018, 17/6903 (aangevallen uitspraak)
OVERWEGINGEN
38 uur per week. Aan werknemer is ten gevolge van rug- en schouderklachten met ingang van 28 juli 2008 een loongerelateerde WGA-uitkering op grond van de Wet WIA toegekend. Daarbij is de mate van zijn arbeidsongeschiktheid vastgesteld op 57%. Deze uitkering is met ingang van 28 april 2010 omgezet in een WGA-loonaanvullingsuitkering. Met ingang van
17 december 2013 is de WGA-uitkering van werknemer ingetrokken in verband met verdiensten uit arbeid.
16 maart 2017 heeft het Uwv aan werknemer met ingang van 14 januari 2017 een WGAvervolguitkering toegekend naar een mate van arbeidsongeschiktheid van 65 tot 80%.
15 januari 2018 voldoende gemotiveerd dat verbetering van de belastbaarheid te verwachten valt, waarbij de keuze aan werknemer is of hij zichzelf meer activeert dan wel hierbij hulp inroept. Dit is bij de hoorzitting in bezwaar aan werknemer uitgelegd. Die motivering komt erop neer dat beweging voor verbetering van belastbaarheid juist voor werknemer van groot belang is. De geconstateerde bewegingsarmoede zelf is in de reguliere geneeskunde bekend als een zeer belangrijke medefactor in de pijnbeleving. Het heeft een sterk onderhoudende rol in de pijn en de daaruit ervaren beperkingen. In dit geval is er geen reden voor het inwinnen van informatie bij de curatieve sector. Werknemer kan zijn belastbaarheid verbeteren door zijn gedrag bij te stellen dan wel begeleiding te zoeken. Dit kan zonder behandeling. De verzekeringsarts bezwaar en beroep heeft uit zijn onderzoek, onder meer het dagverhaal, voorbeelden genoemd dat werknemer onvoldoende beweegt als gevolg van zijn anticiperen op pijnklachten. Er zijn afdoende mogelijkheden tot begeleiding. De meeste revalidatiecentra hebben hier speciale programma’s voor. Zodra werknemer zich meer activeert is een substantiële verbetering te verwachten van de bewegingsmogelijkheden en de duur ervan in algemene zin. De verzekeringsarts bezwaar en beroep heeft daarbij de beoordelingspunten van de FML genoemd waarvan verbetering te verwachten valt. Deze motivering is conform het toepasselijk beoordelingskader voor verzekeringsartsen en voldoet aan de vereisten zoals in 4.2 is weergegeven.